| home | boat | crew | contact | translate site
 

voorbereiding

planning

projecten

links/foto's

wensenlijst

de route

logboek/pech

zeilen vertrekkers

  Panoramix wereldreis | logboek 70

Marokko mei 2016:

We liggen met de Panoramix in Ceuta, de Spaanse exclave in Marokko. Op zondag 15 mei zijn we aangekomen en de volgende dag gaan we op zoek naar een huurauto. We willen hier in Ceuta over de grens naar Marokko voor een reis over land. We gaan naar het toeristeninformatiekantoor en horen dat er maar 1 autoverhuurbedrijf is in Ceuta. Als we daar aankomen, blijkt dat de man pas vanaf 1 juni weer auto's te huur heeft. Dat is pech! Dan maar over op plan B. We gaan met de bus naar Marokko en huren daar ergens een auto.

 
 Leuke kleine doorgang met Mariabeeld in Ceuta.

Op internet vind ik een verhuurbedrijf in Tétouan. Ik bel ze, maar krijg alleen een rare toon te horen. Na een kwartier wordt ik ineens gebeld en aan het nummer zie ik dat dit het verhuurbedrijf uit Tétouan is. De man vraagt of ik hem gebeld had. Nou dat komt mooi uit. Hij spreekt prima Engels en ik leg hem alles uit. We kunnen een auto huren met airco voor €23 per dag. En als we van te voren bellen wanneer we de grens oversteken, dan haalt hij ons daar op.

Nou onze eerste ervaring met Marokko is alweer top!

  
 We krijgen muntthee als welkom in dit prachtig oosterse hotel.

Het afhalen bij de grens is niet doorgegaan en dus nemen we zelf een taxi vanaf de grens naar Tétouan. Daar worden we opgewacht door het verhuurbedrijf. Onze auto blijkt nog bij een andere huurder in gebruik. We spreken af voor de volgende morgen. De man brengt ons nog wel naar ons hotel "El Reducto". Nou dat is maar goed ook, want het hotel ligt verscholen ergens diep in de medina. Hier komen geen auto's want het is de oude stad binnen de stadsmuren en bestaat uit hele kleine kronkelende straatjes. Dat hadden we zelf niet zo een-twee-drie gevonden. Ook voor Google maps is dit gebied een witte vlek op de kaart. Het hotel is helemaal in oude moorse stijl met veel tegeltjes, poortjes, bogen, kleden en zo meer. We worden vriendelijk ontvangen en krijgen even later verse muntthee op de kamer bezorgd. Hierna gaan we de medina verder verkennen.

 
 De vrouwen links verkopen yoghurt naast de slagerij met verse waar.

Diverse geuren van vers gebakken broden, gedroogde kruiden, groente en fruit komen in onze neus en geven direct dat oosterse gevoel. De straatjes die horizontaal lopen bestaan uit piepkleine winkeltjes en daartussen zitten ook marktlui. De zijstraatjes lopen omhoog of omlaag de medina in waar de mensen wonen. Deze medina is nog origineel en er is nergens enige nieuwigheid te bekennen. En omdat deze plaats niet zo toeristisch is, hebben we geen last van opdringerige verkopers of gidsen.

 
 Achter de poulier lopen de kippen nog vrolijk onwetend rond.

Zo lopen we uren lang door het doolhof en eindigen bij de oostelijke stadspoort Bab El-Okla. Hier moet het etnografisch museum zijn, dat een mooi terras heeft met uitzicht over de stad. We vinden de toegangsdeur, maar die is dicht en verder is er geen aanwijzing. Als we door de poort buiten de stadsmuren komen zien we een opgang even verderop in de stadsmuur. Dit blijkt de ingang te zijn. De dienstdoende portier schrikt wakker als we al gepasseerd zijn. We vragen of we verder mogen lopen en dat is goed. Wel zie ik dat hij pijlsnel zijn collega even verderop belt. Zo heeft deze bewaker de tijd om uit zijn middagdutje te ontwaken en komt deze ons tegemoet lopen met een enigszins frisse blik. Met een grote sleutel worden alle deuren van het museum voor ons geopend en doet hij de lichten aan. We zijn kennelijk de enige bezoekers vandaag. De bewaker ontpopt zich nu als gids. Hij heeft een tijdje in Breda gewoond en spreekt zodoende wat Nederlands.

  
 De trouwruimte in het museum en uitzicht op het Rif gebergte.

Het museum gaat over de trouwerij zo als die in de 19de eeuw gedaan werd. Er zijn sieraden, kleding en kamers te zien die hier mee te maken hebben. Na deze persoonlijke tour worden we zonder te betalen door de achterdeur naar buiten in de medina geloodst. Dit was dus de deur die we het eerst gezien hadden. We horen de sleutels snel weer in het slot rondgaan. Zijn taak zit er weer op.

Op de markt hebben we vers geroosterde pinda's, gedroogde vijgen en perziken gekocht. In een parkje rusten we even uit en proeven van onze aankopen.

 
 De groente- en fruitmarkt in de avond in Tétouan.

De volgende dag gaan we naar het dorp Chefchouan. Op weg naar Chefchaouen even gestopt in een klein dorpje waar we wat broodjes voor onderweg kochten. Langs de weg vinden we een mooi schaduwrijke parkeerplek waar we even uitrusten en wat eten.

Hier lopen al meer toeristen rond en zijn er restaurantjes met obers die je ongevraagd een menu onder je neus houden. Verder is de medina tegen de berg op gebouwd en moeten we trappen beklimmen. Het hotel is weer geheel in oosterse stijl met een super-de-luxe ontbijt. Als we bij een cafe wat gebruiken, hoor ik ineens 'hash-hash' achter mij. Het is een duister type die mij wat marihuana wil verkopen. 'Very good quality, Sir' prijst hij aan. Maar ik kom uit Nederland man, daar is gewoon alles te koop! Tja, dat is ook weer zo wat en de man druipt af.

 
 Veel blauwe straatjes en een wel heel erg blauw hotel in Chefchaouen.

De volgende dag rijden we naar Fès, Volgens de reisgids is hier een hele grote medina, waar iedere toerist minstens een keer verdwaald. Het overkomt ons ook en wel nadat we de leerlooierijen bezocht hebben. De vele straatjes en steegjes lopen in bochten en staan niet haaks op elkaar. Leerlooien is een ambacht dat al lang bestaat. Eerst wordt de huid onthaart en schoongemaakt in een bad met onder andere 'duivenpoep' als belangrijk ingredient. Daarna wordt het leer in speciale kleurenbaden gedaan. Deze baden zijn gemaakt van leem en staan op een groot plein bij elkaar.

 
 De leerlooierijen in Fès met al hun kleur- en spoelbaden.

Toen wij de rondleiding kregen kwam de geur van de baden ons al van verre tegemoet en is niet aangenaam. Gelukkig kregen we een bosje verse munt die wij onder onze neus konden houden zodat de geur wat minder werd. Nadat de verkoper van de lederwaren niets aan ons had kunnen slijten, (ondanks een enorme korting van eerst 30% en toen nog eens 10% was de tas nog steeds drie maal zo duur als dat wij deze elders gezien hadden) raakten wij het spoor bijster. Een Marokkaanse jongen wilde ons wel even de weg wijzen, als wij dan eerst even een geweldig goed restaurant wilden bekijken. Nou het restaurant vonden we niks, maar we wisten nu wel weer de weg uit het labyrint. Bij de blauwe toegangspoort hebben we heerlijk op een dakterras gegeten met uitzicht over de medina.

 
 Blauwe moskee in Fès met heel veel kleine details overal.

's Ochtends nog de soeks bezocht in Fès. Deze bevinden zich diep in het labyrint en ik keek nu maar veel achterom zodat ik wat herkenningspunten had voor de terugweg. Ditmaal kwamen we zonder problemen uit het doolhof.

 
 Heel veel leer (tassen, jassen, riemen, schoenen) te koop in Fès.

We gaan naar Azrou, een klein plaatsje onderweg naar Er Rachidia. Zo delen we de lange route van 350km in twee stukken op. In Azrou willen we in een B&B overnachten om zo ook eens bij de locals te komen. Bij aankomst blijkt echter dat er vanavond geen diner kan worden gemaakt, dus dat lokale stukje missen we dan toch. Gelukkig is er wel een ontbijt en zijn de kamers zeer ruim en met goed sanitair. We dineren in de stad, waar we eenvoudig eten bij een klein zaakje die zijn vlees grillt op een houtskoolvuur.

 
 Een paar keer moeten we even wachten op overstekende schapen.

Vandaag een lange route van 250km door het Atlas gebergte. De omgeving is tot nog toe mooi groen en er staat veel in bloei. De rit is dan ook heerlijk om te doen. We rijden over enorme hoogvlaktes en zien veel herders met grote kudden schapen. Ze wonen nu in tenten bij hun dieren. Ook zien we veel ooievaars nesten. Het zijn enorme bouwsels op hoge palen of torens en allemaal hebben ze kleintjes erbij. Na de laatste klim tot 2000 meter rijden we uit de bergen richting de Sahara woestijn. Al snel moeten de raampjes dicht en de airco aan. Ons hotel in Errachidia heeft een zwembad waar we gelijk induiken na deze rit. Dit moderne dorp heeft verder niets bijzonders

 
 We ontbijten in Errachidia in de stad op een terras.

We doen hier boodschappen voor de lunch en worden in een winkeltje uitgenodigd om mee te eten. Met een stuk brood probeer je wat saus en aardappelen te pakken. We kunnen goed Frans met ze spreken. Na de lunch bieden ze nog wat watermeloen aan. Zo gastvrij zijn de Marokkaanse mensen.

 
 Op weg naar de woestijn passeren we een oase.

Tijdens onze tocht hebben we al veel roadblocks meegemaakt. Twee agenten zetten dan een afgebladderd bord langs de weg met de tekst 'politie - langzaam rijden'. Bij de agent aangekomen, zwaait deze je door met een simpele handbeweging en dat was het dan. Onze volgende verkeerscontrole lijkt zo uit een stripverhaal te komen. Midden in de woestijn, 10 km links en rechts totale lege vlakte en geen verkeer, staan twee agenten te controleren. Ik minder vaart en rij stapvoets naar de agenten. Echter wordt ik nu niet doorgezwaaid, maar aan de kant gezet. Heeft u dat bord niet gezien, meneer? Ja, zeg ik in mijn beste frans, ik ben ook stapvoets gaan rijden. Nee, zegt de agent, u had moeten stoppen! Er bestaan kennelijk ook afgebladderde borden met 'stop'. Sorry agent, ik dacht dat ik langzaam moest rijden. Heeft u geen respect voor de politie!?!, begint de man nu. Jezus, dit dreigt serieus te worden! Ik put mij uit in duizend excuses en zeg dat ik wel degelijk de politie respecteer. De agent kijkt nog eens indringend in de auto en maant mij voortaan beter op het bord te kijken. En dan kom het verlossende handgebaar, rijdt u maar verder. Pffh, voortaan toch de tekst op die borden in de gaten houden.

 
 En daar gaan we dan toch echt de Sahara woestijn in!

In de verte doemen de eerste duinen van de Sahara woestijn op. En weer even verder komen de eerste borden langs de weg met aanbiedingen voor cameltreks en bivaks in de woestijn. We volgen een van de bordjes naar een klein dorpje aan de duinrand. Er is keuze uit drie soorten bivaks. De eerste gaat naar een oase waar meerdere kampen zijn. Het nadeel is echter dat hier nogal wat feestvierders bijzitten, dus van rustig genieten of slapen is geen sprake. De tweede tour gaat naar een kleine berbertent die je deelt met een paar anderen. De laatste is een privékamp. We kiezen voor het berberkamp. Om zes uur is het vertrek voor een twee uur durende rit.

  

Met een vreemd soort paard met een bochel en enorme platvoeten gaan we de woestijn in. Het blijkt een dromedaris te zijn. Rond de bult op zijn rug is een comfortabel zadel gemonteerd en door de hoge zit heb je een prima uitzicht. Als het beest opstaat, donder je er bijna vanaf, want eerst gaat de achterkant omhoog en dan pas de voorkant. Op het zadel is hiervoor een stevige beugel gemonteerd. Het is bijzonder om te zien dat je al na een uurtje rijden helemaal tussen de zandheuvels zit. De grens van de Sahara is behoorlijk scherp.


 Het berberkamp met vier slaaphutten in de Sahara.

Na 2 uur bereiken we het tentenkamp en ontmoeten nog een Spaans stel en drie Koreaanse vrienden. We krijgen muntthee geserveerd en wachten dan tot zonsondergang. Als het donker is, wordt het diner in tajines op tafel gezet. Na het eten kletsen we nog wat en kijken daarna naar de sterren. Dan op tijd naar bed, want de volgende dag begint al om 6 uur. Het is nog flink warm en we slapen bovenop de dekens, maar in de nacht koelt het flink af en hebben we de warme dekens nog hard nodig.

  
 Een uitgebreid ontbijt na afloop.    Veel molshopen om fossielen te zoeken.

Voor zonsopgang worden we gewekt en na een uurtje gaat de karavaan met ons weer terug naar de bewoonde wereld. Een douche en een uitgebreid ontbijt wacht op ons in het hotel. Onze reis gaat verder naar de gorges van Todra. Vanavond zullen we bij een boerenfamilie eten en overnachten.

 
 We steken regelmatig een rivier over in de Todra vallei.

De Todra vallei is een plaatje om doorheen te rijden. Het is een waar openlucht museum. De landbouw gebeurt hier nog zoals bij ons 100 jaar geleden. We verblijven in een B&B en bij aankomst worden we vriendelijk ontvangen. Na de gebruikelijke muntthee gaan we met de boerendochter en haar kinderen een bergwandeling maken. De zon schijnt uitbundig en het rijpe graan wuift zachtjes in de wind. De vrouwen zijn druk bezig het graan te snijden en in bossen klaar te leggen voor een dorsbeurt. Weer andere vrouwen snijden het hoge gras, bundelen dat en sjouwen het vervolgens naar de schuur.

  
 Uitzicht over de veldjes in de Todra vallei waar nu volop geoogst wordt.

Bij aankomst ging net het lampje van de benzine branden dus ik vraag waar we ergens kunnen tanken. Tot nog toe kwamen we met grote regelmaat tankstations tegen, maar nu blijkt dat hier in de vallei de vorige- en de komende 120 km niets zit. Oei, ons autootje rijdt weliswaar zuinig, maar op de reserve zullen we niet uit de bergen komen. De pension- houder weet een klein winkeltje die benzine per fles verkoopt. De man brengt ons er naar toe, maar helaas de benzine is op. Nu weet hij nog een andere adres die mogelijk wat benzine heeft. We gaan eerst naar een woning en daarna naar een schuurtje langs de weg. Hier staat een oliedrum met benzine.

  
 Per literfles tanken we 10 liter om uit de bergen te geraken.

Er gaat een fles onder, maar na een halve liter komt er geen benzine meer uit. Het blijkt dat de dop voor de ontluchting er nog in zit. Deze dop wil echter niet loskomen. We proberen met diverse tangen en sleutels de dop los te draaien, zonder succes. De pensionhouder probeert het nog één keer en jawel, de benzine begint weer te stromen. Ik tank voor de zekerheid 10 liter, dan komen we zeker uit de bergen. De Todra vallei is inderdaad een plaatje uit een vakantiefolder. We maken heel wat foto's onderweg. De huizen hebben dezelfde kleur als de omgeving en veranderd van lichtbruin tot donkerrood. Als we uit de vallei komen, tank ik de auto snel weer vol bij Oil Libya.

 
 Heel veel gekleurde oleanders langs de weg in de Todra vallei.

Door het eten van onze oude watermeloen, zijn we allebei aan de race geraakt. Wij wisten niet dat de watermeloen ongekoeld maar 1 dag houdbaar is, maar toen Pim op een pleintje zat met wat mannen en hij aanbood een stuk van onze meloen te eten, zeiden ze "Nee, daar word je ziek van!". Nou, dat weten we dan ook weer. Na een dag of twee verbetert de situatie en blijft alles weer binnen. Voortaan de overgebleven watermeloen gelijk maar wegdoen.

Na een prachtige rit door de Todra vallei, komen we op een grote hete vlakte bij de plaats Ouarzazate. Omdat de zon hier zo overvloedig schijnt, heeft de koning bedacht dat hier de grootste zonne energie centrale ter wereld moest komen. Deze centrale Noor1 is in februari officieel in gebruik genomen. Men is nu bezig met Noor2 en -3 om uiteindelijk 560MW op te gaan wekken. Er is helaas geen bezoekers- centrum en het is zelfs verboden terrein. Met de auto rijden we stiekem tot dicht bij de centrale en kunnen zo de enorme omvang van het complex zien. Het is een kleine stad vol met spiegels en is prima op Google Earth te zien. Ouarzazate is ook bekend van de filmstudios. Bij de Atlas studios staan nog altijd de enorme decors van oa. Ben Hur, Jewel of the nile, living dayslights, Starwars, Lawrence of Arabia etc. We lopen er met een gids doorheen en krijgen zo wat achtergrond informatie over de vele decors.

 
 Filmdecor uit de film Asterix en Obelix met Cleopatra.

We rijden over de Tizi'n Tikha pas naar Marrakech. Ons autootje moet tot wel 2260 meter hoogte via talloze bochten. Tegelijkertijd zijn wegenbouwers bezig om de weg te verbreden, zodat we flink door elkaar geschud worden en onze snelheid aardig terugloopt. Veertig kilometer voor Marrakech stoppen we bij een mooi hotel met zwembad. Hoog tijd om even bij te komen van deze rit.

  
 Oponthoud door overstekende kamelen en wegwerkzaamheden.

In Marrakech rijden we naar een McDonalds om daar op internet een hotel uit te zoeken. Riad Limouna heeft heel veel positieve beoordelingen op tripadvisor en de prijs is ook nog eens prima. Het hotel ligt net in de medina en ze hebben een parkeerplek voor de auto. Onze navigatie wil dat we door de medina gaan, maar dat gaat natuurlijk niet lukken met al die kleine straatjes. Bovendien houdt de politie ons al tegen omdat het een voetgangersgebied is. Dan maar de auto even geparkeerd en naar het hotel gelopen. Met hulp van een hotelpersoneelslid via een hele grote omweg dan toch de privé autostalling gevonden. Het hotel is prachtig oosters ingericht en heeft een binnenplaats met zwembad(je). 's Avonds lopen we door de medina die hier nog grootser is dan alles wat we tot nog toe gezien hebben. Op het grote plein zijn zelfs slangenbezweerders met cobra's te zien. Verder veel straatverkopers, stalletjes, etc.. We dineren op een dakterras aan deze drukke markt. We hebben zo een mooi overzicht van alle activiteiten.

  
 Diner aan het marktplein in Marrakech. Vijgen, dadels en noten bij deze man.

Pim heeft ondertussen een verkoudheid opgelopen en zo eindigde de avond wat vroeger dan anders. De volgende dag gaat rustig van start met een taxi rit naar de mooie Jardin Majorelle. Hierna met een paardenkoetsje terug naar het centrum. De bijna tandeloze koetsier, hij heeft nog maar één gouden tand, lacht ons breeduit toe als hij grapjes maakt over zijn "Ferrari" van 2 pk.

  
 De mooie Jardin Majorelle en de rit terug in een rijtuigje.

Tijdens de lunch op het grote plein, komen er tal van straatverkopers, bedelaars en kunstenaars langs. Op een gegeven moment zie ik een man met een enorme spiegel van wel een meter breed langs de terrassen sjouwen. Ook wij krijgen de spiegel aangeboden. Het is een mooie Marokkaans omlijste spiegel, maar het zal nog niet meevallen om een toerist te vinden, die het ding als overbagage mee naar huis wil nemen.

 
 Grote balen met wol om matrassen en kussens van te maken.

Eindelijk suizen we met 120 km/u over een mooi aangelegde tolweg van Marrakech naar Rabat. Tot nog toe kwam ons gemiddelde niet boven de 50 km. uit. Rabat is de hofstad van Marokko. Hier woont de koning en zetelt de regering. De stad heeft ook veel overheidsgebouwen en ziet er wat netter uit in het nieuwe gedeelte. Het oude gedeelte in de medina is gelijk aan wat we al eerder gezien hebben. We ontbijten dit keer in de stad bij een patisserie. Het ontbijt bestaat uit heerlijke broodjes, crois sants, zoet beleg, verse jus de Orange en thee. We bezoeken het mausoleum van koning Mohammed V.

 
 Stoere wachters te paard voor het mausoleum van Mohammed V.

Dit mausoleum is gebouwd op de overblijfselen van de nooit afgebouwde moskee... Het is prachtig vormgegeven en je hebt vanaf hier een mooi uitzicht over de rivier en de haven van Rabat. De volgende dag bezoeken we de romeinse restanten in de vesting Chellah. De ruines in deze vestingplaats geven een goed beeld van hoe het vroeger allemaal gewerkt heeft. Nu hebben honderden ooievaars deze plek in bezit genomen en hoor je overal het geklepper van hun snavels om je heen.

 
 De ooievaars hebben bezit genomen van deze ruines in Chellah bij Rabat.

Van Rabat rijden we naar Tanger en maken daarbij een tussenstop in het dorp Souk el arba de Gharb. Dit dorp is bekend van de vele eettentjes aan weerszijden van de hoofdstraat, waar ze lamskotelletjes roosteren. Het moet gezegd, ze zijn heerlijk mals en smaken fantastisch lekker.

  
 Havenmonding van Rabat en bijzondere gewichten bij deze weegschaal.

Tanger ligt aan de straat van Gibraltar en is zo altijd een belangrijke plaats geweest. Vele groepen hebben Tanger in bezit gehad vanwege deze strategische ligging. De stad ligt aan een baai en is tegen de heuvels opgebouwd. De medina is hier wel een stuk kleiner en daardoor ook overzichtelijker.

 
 Zo'n glas vers geperste sinasappelsap blijft toch altijd heerlijk smaken.

We vinden al snel onze weg door de kleine straatjes. Nog altijd is er hier sluikhandel en hasjsmokkel en wij werden diverse keren aangesproken of wij hasj wilden kopen. Maar als wij vertelden dat we uit Amsterdam kwamen waren ze snel verdwenen.

Na twee weken zit onze roadtrip er weer op en brengen we de auto weer terug.

 
 Gewoon de bordjes volgen om thuis te komen!

We varen ons schip naar Gibraltar waar we een paar dagen blijven. Daarna gaan we in oostelijke richting naar het haven- plaatsje Duquesa. Het is een leuk haventje helemaal omringd met appartementen en restaurantjes. We komen er in contact met een stel Nederlanders die ook hun schip voor de zomer willen stallen. Na verschillende havens bekeken en gebeld te hebben, besluiten wij om terug te varen naar Barbate. In deze haven kun je goedkoop op de kant staan.

Omdat Paula steeds meer moeite heeft met de lange reizen, besluiten we om te stoppen en de Panoramix weer in de verhuur te doen. Na mail contact met onze vorige verhuurder horen we dat de markt in Turkije ingestort is. Via marktplaats kom ik in contact met een Nederlander die in Griekenland schepen in de verhuur heeft. Het is in Gouvia marina bij Corfu en hier is gelukkig volop klandizie.

Dit najaar of volgende voorjaar gaat de Panoramix dus naar Griekenland. Zelf kunnen we dan nog 1- of 2 weken met de boot varen als we dat willen.

 

<< terug                       logboek              volgende >>



Stempel Panoramix.