Panoramix wereldreis | projecten
Projecten:
2004 - Autopilot uitbreiden met gyro optie
2004 - Zelfbouw instrument repeater bouwen
2005 - Schroefasgenerator berekenen/testen
2007 - Zonnepanelen en MPPT
2007 - Bliksembeveiliging
2007 - Ombouw gas- naar dieselfornuis
2008 - LED verlichting naast halogeen
2008 - Zelf een kunstvisje maken van waterslang
2010 - Laadregelaar voor windmolen
2010 - USB wifi antenne
2020 - SOG naar STW converter
2004 - Autopilot uitbreiden met gyro optie
De Raymarine autopilot 6001+ had geen gyro optie. Tijdens de overtocht
van Frankrijk naar Turkije hadden we de eerste nacht gedurende 6 uur windkracht
10 van achteren in de Golf van Lyon. De stuurautomaat had toen problemen
met de van achter inkomende golven(brekers). De autopilot reageerde te
traag. Met een gyro optie op de autopilot kan de response flink opgevoerd
worden, waardoor ook flink gecorrigeerd kan worden indien de kont opzij
wordt gezet.
De gyro heb ik in de USA gekocht bij dave
marine electronics tegen een gunstige dollarkoers, waardoor de aanschaf
gelukkig nog meeviel.
In de zomer van 2005 heb ik deze optie geinstalleerd en uitgeprobeerd.
De autopilot houdt het schip nu inderdaad veel strakker op koers, vooral
bij ruime windse koersen en wat zeegang.
2004 - Raymarine repeater
Als hobby ben ik met microprocessors bezig. Via internet kwam ik erachter
dat het niet zo heel moeilijk was om het Seatalk protocol (Thomas
Knauf) van Raymarine te gebruiken. Ik heb nu een microprocessor gebouwd
die alle gegevens op de seatalk bus op een LCD schermpje in de navigatiehoek
toont.
display 1 
De gegevens die getoond kunnen worden zijn Snelheid door het water, diepte,
schijnbare windsnelheid en -windhoek, meteowindrichting en -snelheid (uitgerekend
met wiskunde), watertemperatuur, trip- en totale logafstand, heading,
compas, COG en roeruitslag.
disp 2/3
MW= Meteo
wind = true wind plus with heading.
In 2006 uitgebreid met remote control functies voor de stuur-automaat.
Ik kan nu vanuit de navigatiehoek de auto pilot bedienen. Commando's zijn;
standby, auto, vane, track, +1, +10, -10 en -1.
2005 - schroefasgenerator berekenen/testen
De tijdens het zeilen meedraaiende schroefas kan gebruikt worden om energie
mee op te wekken. Afhankelijk van de grootte van de schroef en de vaarsnelheid
is er een bepaalde hoeveelheid vermogen aan te ontrekken. Voor mijn schip,
een Sun Odyssey 37, reken ik op iets van tussen de 100-150 Watt bij 5-6
knopen snelheid. Dit vertaald zich dan in 8-12 Ampere laadstroom voor
een 12 volt accu.
In de zomer van 2005 heb ik het toerental van de vrijdraaiende schroef
gemeten. Hiervoor heb ik een eenvoudige fietscomputer van 5 euro gebruikt.
Als je de wielmaat instelt op 1667 mm omtrek en je bevestigd het magneetje
aan de schroefas, dan toont de fietscomputer als snelheid RPM x10. Dus
42 km/h is 420 RPM. Zo heb ik het toerental, al zeilend, bij verschillende
vaarsnelheden gemeten. Bij 5 knopen is dit ongeveer 310 RPM. De schroef
is de standaard 2-blads schroef, Eliche Radice 13 x 16, zoals door Jeanneau
wordt afgeleverd.
Voor een alternator (auto dynamo) is dit toerental te laag. Een alternator
begint, afhankelijk van het merk en type, pas vanaf 1500 RPM te werken
(kick-in). Door op de schroefas een grote pulley te zetten kan het toerental
opgevoerd worden. Op mijn schip heb ik niet zoveel ruimte voor een grote
pulley op de schroefas. Ik kan tot 180mm kwijt (zie foto). Op de autosloop
een poelie van 17 cm gekocht voor 5 euro. De poelie op de alternator is
6 cm. Het toerental gaat dus 17/6 = 2,8 x omhoog. 450 RPM wordt dan 1275
RPM.
Om een alternator geschikt te maken voor lagere toerentallen moet het
aantal windingen op de stator vergroot worden. Om dit te bereiken wil
ik een 24 volt alternator met een 12 volt regelaar inzetten. Deze combinatie
zou bij een lager toerental al stroom moeten kunnen leveren. De kleinste
bosch dynamo van 24 volt/ 35 ampere, met ingebouwde regelaar,kost nieuw
zo'n 150 euro.
In 2005 heb ik geen Bosch maar een Magneti Marelli alternator van 28 Volt/
30 Amp gekocht. De verkoper was zo aardig om mij 50% korting te geven,
zodat ik slechts 145 euro hoefde te betalen.
De eerste metingen thuis op een zelfgemaakte testbank aan de dynamo zijn
hoopvol. De kick-in ligt op 620 toeren. Bij 800 toeren levert deze combinatie
al 9 ampere en bij 1000 toeren 16 ampere! Bij volle snelheid van mijn
schip, 7.5 - 8.5 knopen, zou ik zelfs met 30 Amp kunnen laden. In theorie
althans, als de schroef zijn toeren kan houden en niet te veel slip heeft.
(vrijdraaiend is het toerental op de dynamo 2.8 x 600 = 1700 rpm en hij
mag dan onder last terugvallen tot 1450 rpm) In november 2007 kan ik de
eerste echte resultaten melden.
En nu zijn de eerste resultaten dus bekend. De theorie blijkt aardig te
kloppen Er is slechts een slip van 10 - 30 % en bij 8 knopen snelheid
wordt er met 18 ampere geladen. Door het lage toerental moet de regelaar
wel continue de veldstroom maximaal houden. Mijn regelaar sneuvelde hierdoor
al na een week gebruik. Nu zit er een externe Sterling regelaar op.

Om de dynamo te laten starten is een lampje van ca. 2 Watt nodig, dat
uitgaat zodra er stroom geleverd wordt. (net als in je auto) Als je een
tijdje stil ligt moet je de dynamo wel uitschakelen, anders verbruik je
2 Watt continu (is 170 milli ampere)
Je zou de kick-in nog verder kunnen verlagen door de rotor te vervangen
door een 12 volts uitvoering. De kick-in zou dan theoretisch halveren
tot 310 RPM. Je hebt dan dus een 24 volts stator en 12 volts regelaar
+ rotor. Probleem zal echter zijn om de verkoper te laten zitten met een
12 volts huis met 24 volts rotor. Een onverkoopbare combinatie lijkt mij.
Een andere mogelijkheid is nog om de 24 volts rotor zelf van 24 volt te
voorzien. Deze optie wil ik in het voorjaar 2008 uitproberen.
Ik heb het nu uitgeprobeerd en het resultaat valt tegen. De schroef wordt
nu teveel geremd en er is 2x zoveel vermogen nodig voor het magneetveld.
De rotor van mijn alternator heeft een weerstand van 11 ohm en trekt bij
13 volt dus 13/11= 1,2 ampere. Het veld gebruikt dan 13x1,2=16 Watt (je
moet dit vermogen dus opwekken met je schroef om alleen al je magneetveld
te houden) en alles wat je meer opwekt gaat naar de accu's. Bij 24 volt
op het veld verdubbelt dit vermogen en ben je voornamelijk bezig de schroef
te remmen. Alleen bij flinke snelheden levert dit winst op. Boven de 7
knopen levert de 24 volt op het veld 20-30% meer stroom op voor de accu's.
Onder de 6 knopen 20-30% nadeel!
De snaarspanning kan laag blijven omdat het afgenomen vermogen laag
is (vergelijk het maar met de motor alternator die 50-120 ampere kan leveren).
Dit is belangrijk omdat de schroefas niet berekend is op een continue
zijdelingse belasting. Volgens een technicus van Yanmar is bij een enkele
v-snaar de zijdelingse belasting op de keerkoppeling geen probleem. Op
mijn schip maakt de meedraaiende schroef nauwelijks geluid. Op andere
schepen kan dit een probleem te zijn.
Zie ook artikel
op Sailnet.
Een schroefasgenerator heeft wel invloed op de snelheid. Een vastgezette
schroef heeft de minste weerstand, dan een vrijdraaiende schroef en dan
de meedraaiende schroef met generator. Het snelheidsverlies zal tussen
de 3-6 procent bedragen. Stel dat mijn boot 10pk (7457 Watt) nodig heeft
om 5 knopen snelheid te maken. Dit vermogen moet of uit de motor of uit
de zeilen komen. De schroefasgenerator haalt hier ca. 300 Watt vanaf (bij
45% rendement) De accu wordt dan met 13.5 volt en 10 Ampere geladen (is
135 Watt). Er is nu nog maar 7457 - 300 = 7157 Watt beschikbaar voor de
voortstuwing, ofwel 96%. Op een zeilreis van 3 weken scheelt dat 20 uur.
2007 - Zonnepanelen
Met een traditionele laadregelaar zal nooit het maximale vermogen van
een zonnepaneel aan een accu kunnen worden afgegeven.
Bijvoorbeeld een paneel van 130 Wp levert zijn maximale vermogen bij
een stroom van 7.5 A (=Impp) en bij een spanning van 17,3 V (=Vmpp). Vermogen
is stroom x spanning, dus 7.5 x 17.3 = 130 Watt. Wordt dit paneel aangesloten
op een lege accu, stel 11,5 V dan levert het zonnepaneel op dat moment
maar 7.5 x 11.5 = 86 Watt. Dit is slechts 66% van wat het paneel
kan leveren! Het overige vermogen wordt voor een deel opgestookt in de
regelaar. Een zonnepaneel is namelijk een stroombron (en geen spannings-
bron) Het zonnepaneel levert dus stroom van 7.5 ampere ongeacht de spanning.
De stroom zal zodoende niet of nauwelijks toenemen bij een lagere spanning.
Een speciale electronische MPPT regelaar kan dit probleem oplossen en
levert tussen 93-96% van het beschikbare zonnepaneel vermogen. In bovenstaand
voorbeeld wordt de laadstroom dan 10.5 A
Het werkt ook in de praktijk. Op een bewolkte dag in maart leverde mijn
paneel 1,3 Ampere en werd er met 1,6 Ampere geladen. De accuspanning was
toen 13,1 Volt en de spanning uit het zonnepaneel 16,1 volt.
Een MPPT-regelaar
(Maximum Power Point Tracking) bepaalt het optimale werkpunt zodat het
maximale vermogen uit het paneel wordt gehaald en zet dit om naar de lagere
accuspanning maar met een hogere stroom! Deze regelaar levert dus meer
stroom aan de accu dan dat het zonnepaneel normaal zou doen.
Het meeste voordeel wordt bereikt bij lage accuspanning. Als de accu voller
raakt neemt het voordeel af.
Deze regelaars halen gemiddeld 30 % meer vermogen uit het zonnepaneel
dan een conventionele regelaar. In de ruimtevaart is dit al tijden gebruikelijk.
Ook huisinstallaties die zonenergie opwekken en terugleveren aan het net,
werken veelal met MPPT omvormers. (te koop bij dbcom
en conrad)
2007 - Bliksembeveiliging
Op mijn schip wil ik een goede bliksemafleiding maken. De informatie
hiervoor is te vinden op oa. deze
website. Het voornaamste is om voor een bliksemschicht een bekende
ingang (airterminal) en een bekende uitgang (aarde) te creeeren. De ingang
komt aan de masttop. Hier wil ik een ronde aluminium staaf vastschroeven
met een lengte van 1 meter en diameter 6 mm. Als je zelf geen airterminal
maakt dan kiest de bliksem zelf uit een van de reeds aanwezige airterminals
zoals de marifoonantenne of de windmeter. De zelf aangebrachte airterminal
vergroot niet de kans op blikseminslag maar bepaalt de plaats van de blikseminslag!
De aluminium mast is de hoofdgeleider naar beneden. Onderaan de mast
komt een dikke stroomkabel, langs de RVS maststeun, naar de kielbouten
en de schroefas. Om te voorkomen dat de bliksem via de naastgelegen transducers
(diepte en snelheid) naar buiten wil, dek ik deze af met een dik stuk
isolatie (porselein of glas).
Omdat de verstaging ook de volle lading krijgt, komen er dikke kabels
van de stagen naar de kiel (of schroefas bij de achterstag). Alle bliksemkabels
moeten zo ver mogelijk vrij blijven van het boordnetwerk en personen.
De volle spanning en stroom komt op de bliksem bekabeling te staan en
het valt nauwelijks te voorkomen dat dit een hoge spanning in het boordnetwerk
induceert.
Hiervoor wordt alle apparatuur individueel beveiligd tegen overspanning
door middel van suppressor diodes(te koop bij conrad
bestnr. 168009-12) tussen de + en de (en eventuele signaal draden).
Voor de handheld apparatuur (gps, gsm, marifoon etc..) gebruik ik de
oven als kooi van Faraday.
Binnen een kooi van Faraday kan geen elektrisch veld worden opgewekt en
zo kan de apparatuur niet stuk gaan bij blikseminslag.

Door de boot zijn nu een aantal flinke dikke stroomkabels gelegd van 80
mm2 . Deze kabels komen samen op een punt bij de kiel. Hier
kan ik bij onweer de kabels met een akkuklem op de kielbouten zetten.
Deze verbinding kan niet permanent, want er staat zo'n 0,5 volt spanning
tussen de verstaging (rvs) en de kiel(ijzer). Door het spanningsverschil
zou mijn kiel, de laagste in de galvanische rangorde, langzaam maar zeker
wegroesten.
2007 - Ombouw gas- naar dieselfornuis
Het bestaande gasfornuis wordt omgebouwd naar diesel. Geen problemen
meer met gasflessen vullen en de gevaren van gas. De Wallas 95D kookplaat
past precies op het ENO gasfornuis. Waar de gaspitten zaten wordt een
gat ter grootte van de 95D uitgezaagd. Vervolgens moet de gasplaat 11,5
cm omhoog om ruimte te maken voor de onderbouw. Hiervoor laat ik een rvs
rand maken bij een constructie bedrijf. Een bijkomend voordeel is dat
de kookplaat nu op gelijke hoogte met het aanrechtblad komt. De 95D heeft
natuurlijk wel een dieselleiding nodig. Jeanneau heeft gelukkig al een
extra gat voorzien op de dieseltank.

Alleen moest ik nog een rvs invoerplaatje laten maken. Op de foto zie
je van boven naar beneden; retour motor, fornuis, toevoer motor en links
onder is de brandstof meter. Voor de uitlaat heb ik zelf een schoorsteentje
ontworpen die door het schuine gedeelte van het kajuitdak gaat. Het stukje
door het polyester is dubbelwandig uitgevoerd voor de isolatie.
Hierboven zie je het fornuis met de gaskoppen eraf en de nieuwe rand er
al op. Op de foto links is de kookplaat gemonteerd en is de uitlaat aangesloten
op de schoorsteen. De flexibele uitlaatslang van 32 mm rond schuift in
de rvs schoorsteenpijp van 38 mm rond. Dit is nodig om de cardanische
ophanging te laten werken. Als we over stuurboord zeilen schuift de uitlaat
erin en over bakboord eruit. Voor de elektra is een aparte voedingsdraad
getrokken. Samen met de koelkast zit de belasting net aan het maximum
van de automatische zekering van 15 Ampere. Als bonus kon de gasoven aangesloten
blijven zodat de oven nog steeds gebruikt kan worden. De twee leidingen
van de weggenomen gaskoppen zijn afgedopt.
2008 - LED verlichting naast halogeen
In de kajuit zijn naast alle halogeen lampjes ook LED
lampjes ingebouwd. Aan de zijkanten kunnen de halogeenspotjes individueel
aangeschakeld worden. Hier heb ik een extra schakelaar voor de LED lampjes
ingebouwd, gewoon op de reeds aanwezige spanningsdraden. Helaas had ik
het eerste gat er lukraak ingezaagd zonder eerst te kijken of er voldoende
ruimte achter aanwezig was met als gevolg dat ik vervolgens ruimte moest
maken door van alles weg te zagen. Ook al zijn de lampjes slechts 20 mm
diep moet die ruimte er natuurlijk wel zijn. In het plafond is voldoende
ruimte, maar is er echter geen boordspanning aanwezig. Deze lampjes worden
door twee wisselschakelaars (hotel schakeling) bediend.
Hier heb ik de LED lampjes in serie gezet met het bestaande halogeen lampje.
In de ene stand wordt het LED lampje kortgesloten waardoor de halogeenlamp
brand. In de open stand staat het LED lampje in serie. De LED lamp brandt
dan en de halogeen is uit want er loopt slechts 200 mA door de halogeen.
Deze 200 mA is onvoldoende voor de halogeen om op te lichten die normaal
900 mA nodig heeft. De LED krijgt nu slechts 700/900*12 = 9,3 Volt wat
gelukkig nog steeds boven het minimum van 8 Volt is. De schakelaars zijn
simpele lampsnoer schakelaars waarvan het kapje verwijderd is. Het overgebleven
gedeelte met de schakelaar steekt dan net door het plafond heen. Het plafonddoek
is van stretch materiaal en zo kon ik de stof bij de schakelaar naar binnen
trekken zodat het mooi afgewerkt is.
2008 - Zelf een kunstvisje maken van waterslang

Het aasvisje is van een stuk doorzichtig versterkt waterslang gemaakt.
Lengte 18 cm, doorsnee 25 mm. De tentakels zijn gemaakt door 4 lange punten
uit te knippen. De ogen worden gevormd door een rvs boutje met witte nylon
ringen. Aan dit boutje zit ook de vislijn met een mastworp vastgemaakt.
Met een rond vijltje heb ik de schroefdraad weggevijld, zodat de vislijn
niet doorgesneden wordt door de scherpe randjes. Net achter de tentakels
komt de vishaak.
Verder nog nodig; 100 meter 4 mm gevlochten nylon lijn, dan 6 meter 1,5
mm vislijn (in vaktaal; monofilament) en daar haak je met een wartel het
aasvisje aan met nog eens 1 meter vislijn. Die 100 meter lijn moet je
gewoon geheel uitrollen en vastzetten. Tonijn houdt namelijk niet van
turbulent water achter je schip.
Met deze maat aasvis vang je vis van 10-15 kg. Een groter aasvisje levert
grotere vissen op, je moet dan alles wat zwaarder uitvoeren.
2010 - Laadregelaar voor windmolen
Voor mijn windmolen wil ik zelf een laadregelaar bouwen. Een regelaar
voor een windmolen moet een mogelijkheid hebben om eventueel surplus vermogen
te dumpen in een grote weerstand. Je mag niet zomaar de belasting van
je molen afhalen, want dan gaat hij naar zijn maximum toerental. Regelen
doe je door vermogen weg te dumpen.
Op
internet zijn diverse schema's te vinden hoe je dat kunt doen. Google
maar op "Charge
shunt solar/wind controller". Op deze site
vond ik een mooi overzichts artikel over dit onderwerp. Ik heb voor dit
ontwerp gekozen en de onderdelen bij Conrad besteld. Omdat mijn windmolen
30 ampere kan leveren, heb ik wat zwaardere onderdelen genomen. Een zwaardere
mosfet IRFZ44N 45 amp en een MBR4060 schottky diode 40 amp/ 60 volt.
De onderdelen zijn geleverd, en de bouw is klaar. De regelaar is klein
en past in een luciferdoosje. De schottky en de mosfet zitten samen op
een koellichaam. Voor de dumpload heb ik negen 25 watt weerstanden van
0,68 ohm op een koelplaat gemonteerd. Hiemee kan ik 225 Watt vermogen
dumpen.
De windmolen kan echter 350 Watt leveren, dit zal de windmolen slechts
zelden doen verwacht ik. Mocht er toch meer vermogen geleverd worden dan
dat ik kan dissiperen, dan schakel ik de windmolen een tijdje af met een
overspannings relais. Na enkele minuten wordt de molen dan weer vrijgegeven.
2010 - USB wifi antenne
Op internet zijn ook een aantal zelfbouw USB Wifi antenne's te vinden.
Ook is er een Nieuw
Zeelandse site met foto's
van mensen die met behulp van een USB wifi stick in combinatie met een
schotel (wok, vergiet, grote schuimspaan) heel goede resultaten halen.

Dit zijn dan wel richtings- gevoelige antenne's die je op het wifi accesspoint
gericht moet houden. Ik heb zelf een 1000 mW Alfa
Network USB wifi antenne gekocht via marktplaats.

Met deze antenne bereik ik nu in de Carib de beste resultaten. Andere
yachties met van de mooie speciale marine wifi sticks krijgen vaak geen
contact.
2020 - SOG naar STW converter
Omdat het paddlewheel regelmatig verstopt, heb ik nu een converter gebouwd
die de paddlewheel pulsen genereert vanuit de SOG van de GPS. Hier op
de Middellandse Zee zijn toch geen getijden en is GPS snelheid = Water
snelheid.
Raymarine gaat er vanuit dat het paddlewheel 19.800 pulsjes geeft per
nautical mile. Dat komt overeen met een frequentie van 19.800/3600 = 5,5
Hz voor 1 knoop snelheid. De correctie factor staat dan op 1 bij de instellingen
van de snelheidsmeter.
Ik heb mijn converter met behulp van een Teensy micro- computer gemaakt.
Deze Teensy leest de SOG van de NMEA2000 CAN-bus en heeft een Tone command
waarmee je eenvoudig een frequentie op een output pin kunt genereren.
Omdat je alleen een geheel getal (integer) kunt opgeven bij het Tone
command, heb ik het aantal pulsen opgehoogd naar 36.000 per nautical mile.
Door de correctie factor nu op 0,57 te zetten, geeft de Raymarine weer
de juiste snelheid aan. Op die manier heb ik toch een resolutie van 0,1
knoop op de meter.
Dus 10 Hz = 1 kt en 23 Hz = 2,3 kt.

Zelf geknutseld printje voor de NMEA2000 interface.
|