![]() ![]() ![]() ![]() |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Atlantische oversteek 2011: We hebben noordoostenwind als we zondag 9 januari vetrekken op weg naar Barbados. Het Azorenhoog ligt op zijn normale plaats en dat geeft gunstige wind. Volgens de routeplanner moeten we eerst een dag west varen en dan afbuigen naar het zuiden waar de passaatwind op ons wacht. Op de weerfax is dit punt goed te zien. Ik zet een denkbeeldig keerpunt op de kaart op 20 graden noorderbreedt en 30 graden westerlengte waar we langs moeten. Vanaf dat punt is het alsmaar windje mee tot aan Barbados. De eerste dag zijn we nog wat katterig en moeten we duidelijk nog even ingeslingerd raken. Het diner laten we er maar bij inschieten. Na een goed eerste etmaal, waarbij we 130 mijl afleggen, gaat het de tweede dag al een stuk beter met ons. We eten weer normaal en 's avonds wordt er gekookt. De schroefasafdichting druppelt nog steeds een beetje sinds de tewaterlating. Dit komt omdat de schoefas 2 millimeter is opgeschoven en zich daar weer nieuwe slijtplekjes moeten vormen. Om de uitlijning van de schroefaskoppeling beter te maken had ik op Gran Canaria een uitlijngroef van 2 mm laten uitdraaien in de flenzen. En zodoende is de schroefas een stukje naar binnen gekomen. De tweede dag verloopt goed en we leggen 120 mijl af. Het lekwater is toch niet van de schroefas, maar blijkt uit het overdrukventiel van de boiler te komen. Dagafstanden in mijlen (1 mijl = 1,852 km):
De derde dag willen we beginnen met een warme douche en
de motor wordt hiervoor gestart. Na 10 minuten slaat de motor af. Wat
is er nu weer aan de hand? Er blijkt lucht in het brandstofsysteem te
zitten. Ik ontlucht de boel en start de motor weer. Hoera, hij loop weer.
Na 2 minuten weer lucht in het systeem. Dan maar de filters nakijken.
Het eerste filter wordt losgemaakt en blijkt vol met modder te zitten. Dag 4 hebben we wind recht van achteren. Het nadeel hiervan is dat het voorste zeil nogal klappert doordat het af en toe afgeschermd wordt door het grootzeil. In de avond kunnen we de koers verleggen, waardoor we met de wind schuin van achteren kunnen zeilen. Het geklapper van de zeilen is weg en we zeilen met een flinke vaart. Dag 5 neemt de wind verder toe tot 20-25 knopen en Panoramix
racet door de golven. Dit is het gebied van de passaatwinden. We hebben
de klok 1 uur teruggezet. Dit moeten we elke 15 graden (is 1/24 van 360
graden) doen, die we in westelijke richting opschuiven. We varen nu op
25 graden westerlengte. Dag 6 is de wind wat afgenomen. Het is warm 27 graden en het oceaanwater is 23.7 graden. Tijd om te zwemmen en te zonnen! (de foto's zijn helaas niet voor publicatie geschikt) Dag 7 is er weer een met flinke wind. We komen er nu ook
achter dat een overtocht van 3 weken toch wel erg lang is. Dag 8. Het is mijn 54-ste verjaardag en we eten zelfgebakken brood uit de broodbakmachine. Ook heeft Paula nog een cadeautje voor mij.... heerlijke stroopwafels uit Nederland!!! Dag 9. Er is een scheurtje in het grootzeil ontstaan ter hoogte van de zalingen. We laten het voorlopig maar even zitten. Repareren we wel in Barbados. We hebben bezoek gehad van vliegende vissen. 's Morgens vroeg zie je deze vissen inderdaad over het water springen, of vliegen zoals deze vis aan zijn naam komt.De vissen zijn op eigen kracht weer van dek gesprongen, maar ze hebben wel sporen, in de vorm van zilveren schubben achtergelaten. Dag 11 begint goed als ik al na een half uur een vis vang.
Het lukt niet om deze vis in het vissenboek op te sporen. Maar het zou
een grouper, snapper of pomfret kunnen zijn. Hoe dan ook beland deze blauwe
vis met spikkels in de pan. Dag 13. De afstand die we nog moeten varen is nu onder de 1000 mijl gekomen. Nog altijd een flink eind, maar het voelt alsof we nog maar een klein stukje hoeven. Dag 15: Om een indruk te geven wat er zoal gebeurt op een schip dat de Atlantische oversteek maakt zal ik jullie een dagindeling geven, want er is altijd wel wat te doen aan boord. Om ong. 7 uur worden we gewekt met de zon en gaan ons opfrissen en ontbijt maken. Gedurende de dag lopen wij geen wacht, want er is altijd wel iemand buiten om de zeilen en waterverkeer in de gaten te houden. Omdat je de hele tocht een constante wind hebt uit een constante hoek (recht van achteren) hoef je weinig aan de zeilen te doen. Overdag zijn er altijd wel klusjes te doen: een wasje draaien, brood bakken, kleine reparaties verrichten, vis vangen, zonnen, lezen en luieren. Om 17.00 uur is het happy hour en komt de frisdrank op tafel. Heel af en toe gunnen wij ons een biertje, maar zeker niet sterker. Om 19.30 gaan we warm eten en dan is het alweer tijd om wacht te lopen. Wij proberen wel om ieder uur naar de zeilen en de wind te kijken en als het 's avonds donker is, is het een genot om van de prachtige sterrenhemel te genieten.
Dag 16 ligt het dek bezaaid met vliegende vissen. 's Nachts hoor je wel eens een tik tegen de boot en nu weten we waar dat vandaan komt. Ik gooi 12 vliegende vissenlijkjes de oceaan in. Van een vliegende vis maak ik weer aas om mee te vissen. De vorige keer was het ze gelukt om stiekem het aasvisje op te peuzelen. Ik stop twee grote haken in het lijf en bind de hele zaak bij elkaar met ijzerdraad. Nu moeten ze wel in het haakje bijten. Na een halve dag vissen nog niets gevangen. Ik haal de lijn binnen en zie dat het ze toch gelukt is om het grootste deel van het aasvisje op te eten. De haken en de lijn zitten flink door de war. Ze hebben er dus wel de nodige moeite voor moeten doen. Ik probeer het nog met kunstaas, maar helaas, vanavond eten we varkenslapjes. Dag 17 gebruiken we een speciaal kunstaas om mee te vissen.
Het is een beesie van AH ten tijde van het afgelopen WK voetbal. Met een
kleine operatie wordt het van een tweetal haken voorzien. Hopelijk lusten
de vissen dit wel. Dag 18 ligt er weer een vliegende vis in de kuip. Ik probeer nogmaals een mooie aasvis ervan te maken. Nu met nog meer ijzerdraad er omheen, want de vissen lukt het nog steeds om niet in de haak te bijten en wel mijn aas op te eten. Maar ook nu weer is het ze gelukt om de vliegende vis op te snoepen zonder in het haakje te bijten. Om gek van te worden! Dag 19 wordt onze laatste dag van de oversteek. Morgen vroeg komen we aan in Barbados. Dag 20 Het zit erop. De oversteek is prima verlopen. Het was een zogenaamde "milkrun", oftewel we hadden voortdurend goede wind van achter. De wind was tussen de 15-25 knopen (windkracht 5). Eén keer 's nachts een kwartier 36 knopen (windkracht 8) gehad. Panoramix liep toen 8-11 knopen snelheid. En verder wat 5 knopen extra of minder wind rondom een buitje. We hebben niet hoeven te reven op dit traject. Alles is met behulp van het grootzeil gevaren. De genua klappert te veel en hebben we niet gebruikt. De schroefasdynamo en de stuurautomaat zijn wel het werkpaard
van deze oversteek geweest. In zijn eentje levert de schroefasdynamo voldoende
energie voor alles wat we gebruiken. Ook het watermaken met 8 ampere gedurende
5 uur iedere 4 dagen, levert geen problemen op. << terug logboek volgende >> |
![]() ![]() |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||