Zondag 6 juli zijn we vertrokken uit Griekenland naar Italie.
Een tocht van 250 nm of ruim twee etmalen. Met goede wind gingen we op
weg maar 's avonds viel mij op dat de schroefasdynamo niet werkte. De
volgende morgen nog eens verder gekeken en wat bleek, de schroefas stond
stil! Met de motor aan, vooruit en achteruit geprobeerd. Nog steeds niks!
De boot stilgelegd en met de snorkel onder de boot gekeken. Er zat niets
in de schroef, maar de schroefas was wel een eind naar achteren gekomen.
Vervolgens binnen bij de keerkoppeling gecontroleerd en hier leek de schroefas
niet meer vast te zitten. Gebroken as, lager kapot, keerkoppeling stuk?
In ieder geval geen mechanische voortstuwing meer. Nu moesten we dus alles
zeilen. De oversteek ging nu wel langer duren, want op de Ionische Zee
heb je niet altijd wind. En zo lagen we dus urenlang te dobberen zonder
voortgang. Erger zelfs want er stond zo'n 2 knopen stroom tegen. We lagen
stil en gingen ondertussen achteruit! Na 3 dagen kwamen we in de buurt
van de straat van Messina met veel scheepvaart. En natuurlijk wordt het
net bladstil als al die grote schepen op je af komen! Vuurpijlen en marifoon
bij de hand houden om niet overvaren te worden. Even daarna wakkerde de
wind aan tot windkracht 8. Zo ga je van het ene uiterste naar het andere.
's nacht zagen we de lavastromen op de Etna, die weer eens actief is.
We wilden Riposto aanlopen voor de reparatie. Deze haven kennen we nog
van vorig jaar oktober, toen we onze spullen opgehaald hebben. Echter
met zoveel wind durf ik niet onder zeil de haven in te gaan. Kortom op
zee blijven tot de wind af ging nemen. Op het eind van dag was de wind
zover afgenomen dat we de haven in konden zeilen. Het pilotbootje van
de marina nam ons het laatste stukje op sleeptouw naar de ligplaats. De
reparatie viel gelukkig mee. Nadat ik de keerkoppeling vrij had gemaakt,
bleek de moer die de schroefas vasthoudt los te zijn gedraaid. Deze moer
zit echter onzichtbaar weggewerkt tussen de twee flenzen. Op de foto is
de as 5 cm naar achteren te zien, na de tandjes begint de schroefdraad.
Het is nu 10 juli en we vertrekken weer zo snel mogelijk. Het liggeld
is hier 66 euro per nacht! Van het marina personeel kreeg Paula nog wat
kokkels en zee-egels. De
zee egels eet je rauw, maar alleen die kleine oranje stukjes. De kokkels
moet de eerst koken, net als mosselen. 's Middags hebben we de slakken
gekookt en als borrelhap gegeten. Met behulp van een haaknaald konden
we deze minuscuul kleine slakjes eruitpeuteren,
In de straat van Messina zagen we nog deze eigenaardige vissersboten met
3 man in
een kraaiennest en eentje voor op een hele lange spies.Boven zoeken ze
de zwaardvis en de man voorop moet hem schieten.
Via Taormina en Messina zijn we naar een bekende plek teruggekeerd,
het eiland Vulcano. Dit eiland deden we 5 jaar geleden aan toen we de
boot naar Turkije overzeilden. Nu ligt de baai bomvol met jachten en is
het dorpje tot leven gekomen. We zijn naar het strand geweest waar het
water verwarmd wordt door een paar "fumaroles" van de vulkaan.
Op sommige plekken is het water zo heet en borrelt het zo heftig dat het
net de kookpot van oom Tom is. De fumaroles zijn hete zwavelgassen en
dat ruik je natuurlijk. Gelukkig zijn we beiden in zee geweest en valt
de lucht van rotte eieren niet zo op nu we weer op de boot zijn. Hier
onder een filmpje van Paula in de kookpot.
Na enkele dagen op de Eolische eilanden te hebben doorgebracht,
zijn we overgestoken naar het eiland Capri dat net voor Napels ligt. Dit
eiland is bekend vanwege de "rich and famous" die hier komen.
Het is inderdaad een mooi groen eiland met leuke kleine straatjes. De
winkeltjes verkopen allemaal dure luxe goederen. Zelfs eenvoudige consumpties
als een glaasje cola of een ijsco zijn verdubbeld in prijs. Voor het eiland
liggen veel miljonairs jachten voor anker van de superrijken en wij voelden
ons dan ook wel klein met ons slechts 37 voet lange zeiljacht. Na een
dagje Capri zijn we doorgevaren naar Napels waar we in een klein baaitje
liggen.
Het is weekend en het baaitje ligt vol met kleine motorbootjes. De bootjes
zijn niet veel langer dan een meter of 4 en zijn gewoon open roeibootjes.
Hier zijn wij het grootste jacht en nu voelen wij ons een beetje opgelaten
als je een bootje met daarin een hele familie erin naast je ziet liggen.
De
mensen zonnen, zwemmen, zitten de hele dag op hun bootje en 's avonds
gaan ze allemaal weer naar de haven en is de baai leeg. Vanuit deze baai
zijn we een dagje naar Napels geweest. Napels is een grote stad en het
centrum staat vol met hoge flatgebouwen met daartussen weer oude kerken,
grote pleinen en paleizen. Ondanks dat er geen staking van de vuilnismannen
is, ligt het toch vol met zwerf afval.
Ook zijn we een dag naar Pompeji geweest. Het is indrukwek-
kend om te zien hoe een welvarende stad in een zeer kort tijdsbestek tot
een eind is gekomen. In 62 na Chr. is de 1e aardbeving geweest, maar door
de bloeiende economie en bijdragen begon Pompeji snel de stad weer op
te bouwen. Dan, 17 jaar later, in 79 na Chr. spuwt Vessuvius zijn 1e lavastroom
uit en even later verwoestte een enorme explosie de hele omtrek van 70
km. Niets bleef meer over en helaas gaf de keizer 1 jaar na de ramp niet
zijn steun om de stad opnieuw op te bouwen. 150 jaar daarna werd nog een
poging ondernomen om beelden, marmer en zuilen op te graven, maar daarna
vergat men Pompeji. In 1592 werd er gegraven om een kanaal te maken en
toen zijn ze gestuit op de overblijfselen van de stad. Pompeji was gewijd
aan de god Venus en men had weinig vooroordelen ten aanzien van liefde
en seks. Natuurlijk zijn we ook even naar het bordeel van Pompeji gegaan,
waar je de peeskamertjes kunt zien en de prenten van de mogelijkheden
aldaar.
Wij maken ons nu klaar voor de oversteek naar Sardinie.
We wilden via het eiland Ponza gaan, zodat we nog een rustige nacht zouden
hebben. Ponza, 50 nm verderop, bleek toch te ver en tegen de wind in te
liggen. Gelukkig ligt er halverwege nog een piepklein eiland Ventotene
waarnaar we uitgeweken zijn. Weer een dag later zijn we op Ponza aangekomen.
Ponza blijkt een zeer mooi en toeristisch eiland te zijn. Er komen hier
alleen Italiaanse toeristen en ook hier hebben we ons vertaalgidsje hard
nodig. Vrijwel geen enkele Italiaan spreekt Engels hebben we tot nog toe
ondervonden. Dit eiland is echter zo mooi dat we ter plekke besluiten
om er nog een paar dagen te blijven. Er zijn werkelijk prachtige baaien
en ook de natuur is geweldig.
Ook zien we hier enkele design jachten van zeer rijke Italianen. Deze
schepen zien er werkelijk prachtig uit en het personeel is constant bezig
om ze op te poetsen. Ook voor ons lag er weer een klusje klaar. Bij onze
buiskap waren er wat naden losgegaan. We hebben de naaimachine op het
dek gezet en in het zonnetje de naden gerepareerd. Ook
was tijdens de overtocht de babystag omlaag gekomen. Hiervan was het staaldraad
geknapt. Dit is nu provisorisch gerepareerd, maar zal in een betere havenplaats
definitief gerepareerd moeten worden. De babystag is een korte voorstag
die de mast een beetje buiging naar voren geeft. Deze buiging voorkomt
het breken van de mast bij zeilen met harde wind (het zeil trekt dan de
mast naar achteren).
Onderweg naar Sardinie hebben we 's ochtends onze eerste tonijn gevangen.
Het beest zat er waarschijnlijk al even aan, want hij bood niet veel weerstand
meer toen we hem binnen haalden. Als de vis zo net achter de boot zit,
pakken we een gaff, dat is een soort bezemsteel met een grote vleeshaak
aan het eind, die je achter zijn kieuwen haakt. Hiermee haal je de vis
zonder moeite aan boord.
De tonijn spuugde zelf het haakje uit dus dat scheelde weer. Het haakje
gaat niet zo makkelijk door de kaak van zo'n beest. Een paar flinke klappen
op zijn kop met de lierhandel en het was gedaan met de strijd. Daarna
de kop er af gesneden en de ingewanden verwijderd. Helaas zat wel de halve
kuip volgespet met bloed van de vis. Gelukkig hebben we genoeg water om
ons heen, zodat we de resten snel weg konden spoelen. Vissenbloed droogt
ongelooflijk snel en eenmaal droog is het lastige te verwijderen. We hebben
nu voor de hele week tonijn, 7 kilo en 70 cm lang.
En zo aten we tonijn sushi, tonijn biefstuk, tonijn salade en tonijn carpaccio.
De overgebleven tonijn is gekookt met kruiden en in potten gestopt.
In ons eerste baaitje bij Arbatax komen we een stel Nederlanders
tegen die onderweg zijn naar Turkije. Zij hebben een mooie pilot van de
Spaanse eilanden, de Balearen, en willen die wel ruilen tegen onze Turkse
pilot. Dat komt mooi uit, want van de Balearen hadden we weinig informatie.