![]() ![]() ![]() ![]() |
||||
U.S. Maagden Eilanden mei 2011: Met ons Amerikaans visum kunnen we nu ook naar de USVI (United
States Virgin Islands). Bij het inklaren op St. John gaat het er Amerikaans
aan toe. Kort geschoren jonge douane beambten bekijken al je papieren
heel formeel. We moeten onze vingerafdrukken scannen, en ja hoor, we zijn
het echt en mogen het land in. Op de USVI rijden de auto's ook links en hebben een links
stuur. Het links rijden is nog een erfenis van de Denen, die de eilanden
tot de eerste wereldoorlog bezaten. Het busvervoer bestaat uit zogenaamde
safari taxi's. Dat zijn grote Amerikaanse pickup trucks met een bak achterop,
waar tot 15 personen in kunnen zitten. Je betaald $ 2 ongeacht de afstand.
Zo gaan we naar Charlotte Amalie, de hoofdstad van St. Thomas, om belastingvrij
te shoppen. In het hoogseizoen ligen hier vele cruiseschepen en het wemelt
dan ook van de juweliers, diamantairs, parfum- en drankwinkels. De oude
Deense straatjes zijn nu opgenomen in een airconditioned shopping mall.
Paula koopt hier een nieuwe e-reader van Pandigital. Het is een soort
Ipad en hiermee kun je ook in het donker lezen. De huidige e-reader uit
Nederland krijgt steeds meer kuren, en zo hebben we gelijk een reserve.
Wanneer wij aan het strand onder de bomen een punch drinken, zit ineens
naast ons op een boomtak een leguaan. Wanneer we over straat lopen zien
we de leguanen regelmatig op het gras en de straten lopen. We liggen een paar dagen in Red Hook en gaan er nog even
snorkelen. Ik vind een grote kreeft onder een steen, maar het beest weet
zich zo diep te verstoppen, dat ik hem er niet uit krijg. Even verderop
zwemt een schildpad. Het dier is niet bang en ik kan een paar close-up
foto's maken. Het plan om via Bermuda naar Noord Amerika te gaan, moeten
we laten varen. Er is te veel of verkeerde wind de komende dagen. De wind
is wel gunstig om naar Chesapeake Bay te gaan, 1350 mijl weg. We vertrekken
zondagmorgen 5 juni voor een oversteek van 10-12 dagen. Volgens de immigratie
officer hoeven we niet uit te klaren, want we blijven binnen de US. Voor
de zekerheid vraag ik toch maar om een uitklaringsbewijs. Ons bijbootje "Idéfix" moet weer aan dek
voor deze tocht. Na 2 maanden in het warme Caribische water, is er wat
aangroei ontstaan. In de baai bij St.John keert Pim het bootje om en borstelt
de aangroei zoveel mogelijk weg.
De eerste twee dagen varen we net voor een aankomend lagedrukgebied langs. Dit gebied geeft 40 knopen wind in de USVI en die harde wind ontwijken we zo mooi. Omdat we deels door de kern van het lagedrukgebied varen, moeten we wel 36 uur motoren. Vanaf hier hebben we gunstige wind van 12-18 knopen voor het verdere traject. Prima zeilweer! Onderweg is er weer alle tijd om een visje te gaan vangen.
Op dag drie varen we 6-7 knopen halve wind. Een prima snelheid om te slepen
met een opervlakte aasvis. Ik gebruik een donkerblauw inktvisje met zilveren
glimmers. Ik houd de lure vlak bij de boot ca. 30 meter. Na 2 uur is het
raak. De vislijn gaat helemaal omlaag. Ik haal een stuk lijn binnen en
ja hoor, er zit een flinke vis aan. We laten de zeilen wat vieren en we
varen nog zo'n 4 knopen. Paula haalt de gaff (stok met grote haak) te
voorschijn om de vis binnen te halen. Het is een Kingfish van 125 cm.
en deze spartelt gelukkig niet veel tegen bij het binnenhalen. We snijden er een paar flinke filets af en gooien de rest terug in zee. Er hangt al een meeuw boven, maar deze vis is toch echt te groot voor hem. Voor de hier aanwezige haaien is het een makelijke maaltijd.
De wind is toegenomen en we schieten door het water met
ruim 7 knopen. De laatste 2 dagen wordt er windstilte en tegenwind verwacht.
We sturen daarom naar de golfstroom. De golfstroom is een warmwaterrivier
die met 2-3 kn langs de kust naar het noorden stroomt. Als we voor de
windstilte de golfstroom bereiken kunnen we als op een lopende band makkelijk
het laatste stuk varen. 's Middags neemt de wind toe tot 30 knopen en draait naar
het noordoosten. Volgens het weerbericht hebben we zuidoosten wind van
15 knopen. In de nacht schrik ik wakker, Bermuda Radio roept via de marifoon
op kanaal 16 een zeiljacht op voor begeleiding naar de haven. Dat is vreemd
want Bermuda Radio heeft slechts een bereik van 50 mijl en wij bevinden
ons op zo'n 500 mijl afstand. Even later is het weer stil op de marifoon.
Een paar uur later wordt ik weer wakker, de wind is naar het noordwesten
gedraaid en we varen bijna weer terug naar waar we vandaan kwamen. We
gaan overstag en zeilen een stuk de andere kant op. Na 2 uur draait de
wind weer terug en gaan we weer op koers liggen. Voor de zekerheid haal
ik nog even het laatste weerbericht op. Maar ook volgens dit weerbericht
is er niks aan de hand en zouden we 15 knopen wind mee moeten hebben. Bij het ochtendgloren haal ik weer de nieuwste weerberichten op. Nu staat er opeens een lagedrukgebied ingetekend, dat eerder nog niet voorspeld was. Zo wordt het achteraf weer kloppend gemaakt. We hebben wel 3 uur tijd verspeeld met deze rare slinger. De laatste twee dagen van de oversteek hebben we tegenwind of geen wind. We dreigen nu midden in de nacht in Norfolk aan te komen. 's Nachts varen wedoor de haven van Norfolk en zien we de vliegdekschepen van de US Navy liggen. In een van de rivierarmen, Elisabeth River,komen we ,s morgens om 6 uur aan en laten het anker zakken. We gaan direct te kooi en slapen een gat in de dag. << terug logboek volgende >> |
![]() ![]() |
|||